Machtsmisbruik UvA: ‘milde’ grensoverschrijding ook serieus nemen
Een half jaar geleden werd hoogleraar ‘B.’ bij de Universiteit van Amsterdam ontslagen. Hij stond erom bekend misbruik te maken van zijn invloed als hoogleraar door een cultuur van seksuele intimidatie op zijn afdeling te creëren. Vijftien jaar lang heeft hij naaktbeelden verstuurd naar collega’s, stagiaires en studentes. Hij maakte grensoverschrijdende opmerkingen. En hij heeft seksuele relaties met studentes die van hem afhankelijk waren. Ondanks meerdere meldingen is er al die tijd niets gebeurd – tot nu. Hierbij rijst natuurlijk de vraag hoe dit zo lang voort heeft kunnen duren. Maar het is ook relevant te weten hoe dit überhaupt ooit kon beginnen.
Grensoverschrijding onder twintigers
Tijdens zijn promotietijd in zijn twintiger jaren stond B. al bekend om zijn wel erg vrijpostige gedrag. Vooral naar vrouwelijke collega’s toe. De NRC schrijft in het lange artikel dat zij aan B. hebben gewijd, dat hij zijn promotieplek bedankte voor “het aldaar in stand gehouden evenwicht tussen … ernst en scherts,”. Terwijl diverse collega’s de situatie niet als bepaald evenwichtig ervoeren. Hij stuurde bijvoorbeeld onderling pornografische beelden rond en maakte seksuele ‘grappen’ en toespelingen, waar enkele vrouwelijke collega’s zich niet comfortabel bij voelden. Een collega maakte een melding, maar daar werd niets mee gedaan. B. promoveerde en werd tien jaar later hoogleraar. Hij permitteerde zich telkens meer vrijheden naarmate hij hoger opklom in de hiërarchie. De meer ernstige verhalen uit deze latere periode heeft de NRC reeds verzameld.
Van kwaad tot erger
B.’s grensoverschrijdende gedrag had tijdens zijn promotietijd al serieus genomen moeten worden als schadelijk. Zijn gedrag ging steeds verder over de grens naarmate hij meer bescherming kreeg in de vorm van een invloedrijke positie. Het is dus altijd belangrijk om meldingen op te volgen. En ook onder studenten en collega’s van in de twintig duidelijk te maken wat grensoverschrijdend gedrag is, en dat het niet getolereerd wordt. Nu ervaren veel slachtoffers nog te veel stress om melding te maken. En alle meldingen moeten ook serieus genomen worden. Ook als het gedrag in kwestie onschuldig lijkt, omdat het (nog) niet om betasting en seksuele afhankelijkheidsrelaties gaat. Maar ‘slechts’ om seksuele grappen of complimenten en beeldmateriaal. Dit gedrag is namelijk ook grensoverschrijdend en schadelijk.
Gelijkwaardigheid en consent
Door ongevraagd seksueel beeldmateriaal te sturen of opmerkingen te maken, confronteert de pleger de ander met seksualiteit zonder dat de ander heeft kunnen beslissen of hij of zij dat wel wil. Er kan sprake zijn van een onschuldige inschattingsfout. Echter is de werkplek in het algemeen geen plaats om pornografisch materiaal te delen. Bovendien wordt, door dergelijke interacties af te doen als ‘grap’ of scherts, ook geïmpliceerd dat iemand die zich ongemakkelijk voelt een gevoel voor humor mist. De negatieve ervaring van het slachtoffer is dan simpelweg een verkeerde interpretatie van de interactie. Communicatie is voor het slachtoffer op deze manier bij voorbaat afgesloten. Maar als een grap alleen grappig is voor de maker en ongemakkelijk voor de ander, is het geen grap maar grensoverschrijdend gedrag. Niemand kan voor een ander bepalen wat hij of zij wel en niet moet toestaan.
Grensoverschrijdend gedrag bestaat op een spectrum: ‘mildere’ vormen zijn verbonden met zwaardere vormen. Wat alle vormen van grensoverschrijdend gedrag delen, is dat de ander geen vrije keuze heeft kunnen maken om wel of niet deel te nemen aan seksuele of seksueel getinte handelingen. ‘Milde’ vormen moeten daarom net zo serieus genomen worden als extreme uitwassen – in het geval van B. hadden daardoor mogelijk slachtoffers kunnen worden voorkomen.
Reacties