Verkracht, maar niet voor de wet
Verkrachting wordt in het Wetboek van Strafrecht gedefinieerd als seksuele binnendringing onder dwang. Dit kan een goede, sluitende definitie lijken, maar uit de uitzending ‘Verstijfd van angst’ van Zembla blijkt dat veel gevallen van verkrachting helemaal niet gedekt worden door het strafrecht. Veel slachtoffers vechten tijdens een verkrachting niet terug en werken soms zelfs mee. In deze gevallen is er geen sprake van dwang of dreiging met geweld. Maar kampen de slachtoffers wel vaak met ernstige psychische klachten als gevolg van de verkrachting. Waarom reageren slachtoffers niet hoe men veelal verwacht, en hoe schiet de huidige wetgeving tekort?
Tonic immobility
Marcelle Bos is veertien jaar geleden na een avond uitgaan in een steegje verkracht en heeft daar veel psychische klachten aan overgehouden. Ze legt in de uitzending uit dat het voelde alsof ze vastgebonden was, en niks kon zeggen. Maar tegelijk weet ze dat dat in werkelijkheid niet zo was. Ze trok haar bloesje dicht toen haar belager het openknoopte, en bewoog langzaam van hem weg. Maar ze kan zich niet herinneren ‘nee’ te hebben gezegd. Ze is op de grond beland (hoe weet ze niet meer), met hem bovenop haar. Ook pakte hij haar bij haar nek en gebaarde hij om hem oraal te bevredigen. “En dat heb ik nog gedaan ook.”
In tegenstelling tot Marcelle gaf Lindsay Arts wel meerdere keren aan niet te willen. Maar, vertelt ze in de uitzending: “Op een gegeven moment kreeg ik twee handen om m’n nek, en toen wist ik dat het echt foute boel was en dat ik beter niks kon zeggen. En ben eigenlijk bevroren in de hoop dat het zo snel mogelijk over zou zijn.” Ook zij is op haar rug beland en ervoer haar bevriezing als enorm naar. “Omdat je er wel bent, maar ergens ook niet, en er gebeurt iets met je, wat je op dat moment totaal niet wilt. En je hebt het gevoel dat je gewoon niets kan doen.”
Als gevolg van de verkrachting heeft Lindsay zelfs bijna geprobeerd uit het leven te stappen. Omdat ze de man zelf in haar woning had uitgenodigd, en er behalve haar verklaring geen bewijsmateriaal was dat de seks onvrijwillig was, vertelde de politie haar destijds dat ze niks voor Lindsay kon doen.
Bevriezing
De bevriezing wordt tonic immobility genoemd, vertelt Iva Bicanic, klinisch psychologe met expertise op het gebied van seksueel geweld en landelijk hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. Er zijn 16 locaties van het Centrum door het hele land, waar acute slachtoffers van verkrachting terecht kunnen en tegelijk forensische, psychiatrische en medische hulp krijgen. “Het is een veelvoorkomende reactie,” legt Bicanic uit, “Zo’n 70% van de acute verkrachtingsslachtoffers doet niks of werkt mee.” En het kan iedereen overkomen, benadrukt Bicanic: “Het is een automatische reactie van je lichaam, een overlevingsreactie.”
Huidige wetgeving
Een pleger hoeft veelal weinig moeite te doen. Slachtoffers stribbelen meestal niet wild tegen, schreeuwen niet en doen zelfs wat hen geboden wordt. In hoeverre gaat het dan nog om dwang, of dreiging met geweld, tijdens een verkrachting? “Het gaat om opzettelijke dwang van de verdachte,” legt officier van justitie Eva Kwakman uit. Dwang kan bestaan uit geweld of dreiging met geweld, of ‘feitelijkheden’ of dreiging daarmee. Feitelijkheden kunnen zijn: opsluiting, zodat het slachtoffer niet weg kan, of chantage. Dat een slachtoffer al verlamd van angst kan zijn zonder deze vormen van dwang, is niet in de wet verwerkt. De casussen van zowel Bos als Arts vallen niet onder de strafrechtelijke definitie, dus zijn zij voor de wet niet verkracht.
Hoe verder: de toekomst van het strafrecht
Zembla belicht wetshervormingen in verschillende landen die tonic immobility wel dekken. Het land dat de meest ingrijpende verandering heeft doorgevoerd, is Zweden. Het is voldoende om een strafbaar feit vast te stellen als aangetoond kan worden dat de dader behoorde te weten dat het slachtoffer niet instemde met de seks. Of onvoldoende heeft gedaan om zeker te weten dat het slachtoffer wél wilde: verkrachting door onvoorzichtigheid.
Hoe dan ook blijft het ‘een groot vraagteken’ hoe een rechter kan bepalen wanneer een verdachte onvoorzichtig is geweest in het geval dat ‘onvoorzichtigheid’ niet wordt gedefinieerd in de wet, stelt hoogleraar strafrecht prof. Kai Lindenberg. Hij stelt dat enkele bekende verkrachtingszaken in de rechtszaal zijn vastgelopen op de vraag wat de verdachte had moeten doen om zeker te weten dat de ander wilde. Wetshervorming is dus geen makkelijke kwestie.
Toch zijn slachtoffers die tonic immobility hebben ervaren het meest geholpen bij een dergelijke wet. Minister Ferd Grapperhaus is van plan om ook in Nederland de wet te hervormen. Hij stelt dat als een rechter vast kan stellen dat een verdachte wist of behoorde te weten dat het slachtoffer niet vrijwillig aan de seks deelnam, de rechter de dader moet kunnen veroordelen. Hoe de nieuwe Nederlandse wet eruit moet komen te zien is nog onduidelijk. Eind deze maand moet een eerste versie van het voorstel klaar zijn.
Reacties