Fairspace maakt korte metten met straatintimidatie
Iedereen hoort veilig en ongehinderd over straat te kunnen lopen. Straatintimidatie maakt dit soms onmogelijk. Om straatintimidatie te voorkomen en bestrijden hebben Laura Adèr en Eve Aronson de organisatie Fairspace opgericht. Onlangs wonnen de oprichters hiervoor zelfs de MensenrechtenMens award 2019. Act4Respect sprak Laura Adèr over wat de organisatie precies doet en hoe jongeren onderdeel zijn van straatintimidatie: als plegers, slachtoffers én als deel van de oplossing.
Jullie hebben onlangs de MensenrechtenMens award 2019 gewonnen, gefeliciteerd! Hoe verhoudt Fairspace zich tot mensenrechten?
“Straatintimidatie zelf is natuurlijk geen mensenrecht, maar veiligheid en vrije toegang tot de openbare ruimte wel. We weten dat heel veel vrouwen hun gedrag aanpassen om straatintimidatie te voorkomen en dat beperkt echt hun vrijheid. Straatintimidatie is ook opgenomen in de piramide van geweld tegen vrouwen. Iets begint misschien wel als een flauwe grap, maar het kan snel overslaan in een bedreiging of zelfs geweld. Straatintimidatie is hiermee dus een onderdeel van ‘echt’ geweld. In 2013 heeft de Verenigde Naties straatintimidatie dan ook erkend als een schending van mensenrechten.”
Waar houdt Fairspace zich precies mee bezig?
“In 2015 zijn Eve en ik de Nederlandse tak van de internationale organisatie Hollaback! gestart. In de loop der jaren hebben we dit verder ontwikkeld, zijn we onze eigen weg gegaan en nu heten we Fairspace. We zetten ons in voor het voorkomen en bestrijden van intimidatie in de openbare ruimte, zodat iedereen veilig en ongehinderd over straat kan. We zijn echt een organisatie en geen methode, iets wat mensen in eerste instantie weleens denken. Fairspace doe ik dus samen met Eve en een team van zeven vrijwilligers. We zijn allemaal vrouw en hier terechtgekomen door onze eigen ervaringen met straatintimidatie. Ik was op zoek naar manieren hoe je daar uiting aan kan geven of hoe je er iets aan kan doen. Zo hebben we elkaar en onze collega’s ontmoet.”
“In 2013 heeft de Verenigde Naties straatintimidatie dan ook erkend als een schending van mensenrechten.”
Hoe bestrijdt en voorkomt Fairspace dit?
“Op onze website kunnen slachtoffers van straatintimidatie in ieder geval hun verhaal kwijt, maar zelf doen we eigenlijk drie dingen om straatintimidatie aan te pakken. We geven advies aan gemeentes over de aanpak van straatintimidatie. We merken namelijk dat gemeentes vaak direct denken aan het uitdelen van boetes of aan wetgeving, maar wij zetten ons juist in voor een meer inclusieve aanpak. We geloven in een aanpak waarin bewustwording, educatie, voorlichting en campagnes centraal staan.
Daarnaast hebben wij een methode ontwikkeld die in Nederland nog niet bekend was: de omstandersinterventie. Dit is een workshop die we aan iedereen kunnen geven, want iedereen begeeft zich immers in de openbare ruimte. In de workshop krijgen deelnemers praktische tools en tips aangereikt over hoe je kunt helpen als je ziet dat iemand op straat wordt lastiggevallen of geïntimideerd. Het is dus bedoeld voor iedereen die zich op straat begeeft en wat onwenselijks ziet gebeuren.
Co-creatie is de derde manier waarop we te werk gaan. Met co-creatie willen we samen met jongeren manieren bedenken hoe we straatintimidatie kunnen oplossen. Met die oplossingen van jongeren en creatieve ondernemers gaan we vervolgens aan de slag. Er wordt dan een echt product gebouwd om de ideeën van jongeren uit te kunnen werken.”
Wat voor praktische tools krijg je precies tijdens de omstandersinterventie?
“Als omstander leer je concreet dat je iets kunt doen om straatintimidatie te voorkomen of om in ieder geval iemand anders een veilig gevoel op straat te geven. Dat is eigenlijk de belangrijkste les, omdat veel omstanders van straatintimidatie vaak denken ‘dat gaat mij niets aan’ of ‘ik kan toch niets doen’. Dat kan je dus wel. Je kunt, als je dat durft en het veilig genoeg aanvoelt, de pleger direct aanspreken. Het helpt ook om het slachtoffer te laten weten dat je er bent. Bied bijvoorbeeld aan om bij het slachtoffer in de buurt te blijven. In hele onveilige situaties kan je het beste direct hulp inschakelen. Eigenlijk kan je een pleger van straatintimidatie ook makkelijker aanspreken op onwenselijk gedrag dan iemand die je misschien goed kent, omdat er geen machtsstructuren bij komen kijken. Je kent elkaar niet, het is niet privé en het speelt zich niet achter de voordeur af.”
“Je kunt, als je dat durft en het veilig genoeg aanvoelt, de pleger direct aanspreken.”
Waarom zijn omstanders juist van belang?
“Omdat straatintimidatie of fenomenen van ongelijkheid in de openbare ruimte niet alleen het probleem is van pleger en slachtoffer. We zijn er met zijn allen wel een beetje schuldig aan – aan gedrag dat we tolereren in publieke ruimtes – ook door dingen te zeggen als ‘hoort erbij’, ‘trek het je niet aan’ of ‘het valt toch wel mee’. Het is daarnaast natuurlijk lastig om plegers op heterdaad te betrappen. We vinden ook niet dat slachtoffers in hun eentje verantwoordelijk zijn voor het aankaarten van vervelend gedrag. Alleen met elkaar, met zijn allen, kunnen we dit gedrag uitbannen op straat.”
En waarom werken jullie ook samen met jongeren?
“Met co-creatie willen we in toenemende mate met jongeren bedenken hoe we straatintimidatie kunnen oplossen. Er zijn veel jonge vrouwen die last hebben van straatintimidatie en veel plegers zijn ook jong, dus kijken we naar hoe we mét hun kunnen toewerken naar andere gedragingen op straat. We vragen aan de jongeren in de co-creatie groep hoe een veilige straat er voor hen uitziet, hoe je je daarin beweegt en hoe we voor veilige straten kunnen zorgen. Dit is echt een bewustwordingsproces. We werken nu samen met jongerenorganisatie Dok Amsterdam en met hen zijn we dit idee van co-creatie aan het vormgeven. Uiteindelijk ligt het dus echt aan deze jongeren wat naar voren komt als mogelijke oplossing voor straatintimidatie en welk product daarvoor wordt ontworpen.”
Hoe definiëren jullie straatintimidatie?
“Wij hebben het specifiek over gedrag dat niet per se classificeerbaar is als fysiek geweld of strafbaar, maar wel heel vervelend en hinderlijk is. Denk bijvoorbeeld hieraan: zomaar nageroepen worden, seksueel uitdagende opmerkingen, toegesist worden of dat iemand je uit het niets uitscheldt en beledigt. Beledigingen met betrekking tot iemands uiterlijk, afkomst of vermeende seksuele oriëntatie komen ook veel voor. Straatintimidatie gaat dus vaak gepaard met een racistische en seksistische ondertoon of met andere discriminerende uitingen, bijvoorbeeld naar mensen met een zichtbare handicap. Het is eigenlijk een hele zichtbare vorm van geweld – het is op straat – maar de pleger is dus een onbekende.”
Wat zijn jouw persoonlijke ervaringen met straatintimidatie?
“Ik heb er genoeg, helaas. Ik ging bijvoorbeeld een paar weken geleden hardlopen met een vriendin in Rotterdam. Tot drie keer toe werd er door verschillende mannen iets naar ons geroepen of gezegd. Niet in alle gevallen per se heel vies, maar het was wel raar dat als je gewoon gaat hardlopen mensen denken dat ze je iets kunnen naroepen. We horen trouwens vaker dat vrouwen bij het hardlopen lastig worden gevallen. En alweer wat langer geleden fietste ik door Rotterdam en uit het niets spuugden er ineens drie jongens op mij. Omstanders hebben in beide gevallen niet ingegrepen.”
“We horen trouwens vaker dat vrouwen bij het hardlopen lastig worden gevallen.”
Wie zijn meestal de plegers en de slachtoffers?
“Wij zijn van mening dat vooral jongeren veel te maken krijgen met dit probleem. Meisjes krijgen veelal te maken met straatintimidatie die seksueel van aard is, maar jongens maken ook vervelend gedrag op straat mee. We zien over het algemeen dat jongere vrouwen er meer last van hebben dan oudere vrouwen en dat jonge jongens meestal de plegers zijn. Ik geloof dat best veel van die jongens niet eens door hebben dat ze intimiderend zijn. Ze denken dat ze iets grappigs doen of ze zijn met hun vrienden en hebben het gevoel dat ze stoer moeten doen. We denken dat hier nog een hele wereld te winnen valt. In duidelijk maken dat het dus niet grappig is en dat het voor vrouwen een onveilig gevoel oplevert. Als we anders met elkaar omgaan, kunnen we dat gevoel van onveiligheid wegnemen.”
Wat zijn de gevolgen van straatintimidatie?
“De gevolgen van straatintimidatie zijn groter dan mensen vaak denken. Wat we zien is dat vrouwen echt ander soort gedrag gaan vertonen om straatintimidatie te voorkomen. Onderzoek uit 2017 laat zien dat in Rotterdam 61 procent van de ondervraagde vrouwen oogcontact vermijdt met mannen of jongens op straat, 52 procent vermijdt bepaalde plekken in de avonduren en 10 procent daarvan vermijdt überhaupt de openbare ruimte in de avonduren. Daarnaast gaf 36 procent aan dat ze niet langs groepen mannen of vrouwen durven te lopen of ze liever ontwijken. Van deze onderzoeksgroep zei 14 procent zelfs kleding aan te passen om straatintimidatie te voorkomen. De angst voor straatintimidatie zit in de gedachte dat het kan leiden tot ‘ergere’ dingen, zoals een beroving of verkrachting. Mannen hebben daar, zover we weten, wat minder last van.“
Wat wil je meegeven aan (andere) professionals die met jongeren werken?
“Dat straatintimidatie serieus genomen moet worden en echt als een probleem in de veiligheid voor jonge vrouwen en meisjes gezien moet worden. Richt je als professional niet alleen op bijvoorbeeld fysiek geweld, maar neem straatintimidatie ook serieus. We kunnen met jongeren samen daadwerkelijk een verschil maken. Professionals die met jongeren werken en hulp kunnen gebruiken bij het onderwerp straatintimidatie geven we graag advies.”
“Richt je als professional niet alleen op bijvoorbeeld fysiek geweld, maar neem straatintimidatie ook serieus.”
Laura Adèr zet zich al jaren vanuit verschillende functies in voor mensenrechten wereldwijd. In 2015 ontmoette zij Eve Aronson en sindsdien werken ze samen aan een veilige openbare ruimte in Nederland.
Door: Kira Esparbé Gasca
Reacties